Waarom slaapt je baby zo kort?
Wanneer ouders voor het eerst een kindje verwachten hebben ze vaak ook de verwachting dat deze voornamelijk zal slapen. De eerste 2 weken is dit vaak ook zo. Je baby wordt wakker voor een voeding en valt dan weer tevreden in slaap. Maar dan ineens merk je dat de slaapjes steeds korter worden en je baby wel heel vaak wakker is. De eerste 4 maanden zijn hazenslaapjes echter heel normaal. Dit heeft alles te maken met de slaapcyclus van je baby en met het feit dat hij nog geen circadiaans ritme heeft (een dag/nachtritme)
Wat is het circadiaans ritme?
Het circadiaans ritme is wat wij ons 24 uurs ritme noemen. Het is afgeleid van de Latijnse term ‘ circa diem’, welke ‘ongeveer een dag’ betekent. In deze periode van 24 uur wisselen periodes van waak en slaap elkaar af. Tijdens de zwangerschap ontvangt de baby Melatonine via zijn moeder (navelstreng)
Zodra ze geboren zijn is dit effect redelijk snel weg. En omdat je baby dan nog niet beschikt over een eigen circadiaans ritme, is er de eerste tijd ook nog geen dag/nachtritme. Een pasgeboren baby kent dus nog geen verschil tussen dag en nacht! Hij heeft geen ingebouwde klok die hem vertelt dat het nacht is en dat hij moet gaan slapen. De ontwikkeling van het circadiaans ritme begint rond een week of 8 en heeft zeker tot 4 maanden nodig voor het optimaal kan functioneren.
De slaapcyclus van je baby
Naast het Circadiaans ritme is het ook nog eens zo dat ook de slaapcyclus van een baby anders is dan die van een volwassene. De slaapcyclus van een volwassenen is 90-120 minuten.
Bij jonge baby’s is deze cyclus echter ongeveer 40 – 45 minuten. De eerste helft van de cyclus bestaat uit REM slaap. In deze fase slapen ze lichter en worden dus sneller wakker. De tweede helft van de cyclus is NREM slaap. Deze slaap is dieper en ze worden dan ook minder snel wakker door omgevingsfactoren.
Wanneer je weet hoe de cyclus van een pasgeborene eruitziet, snap je ook waarom ze soms na 20 minuten alweer wakker worden. Dit is de overgang van REM slaap naar NREM slaap. Na iedere slaapcyclus (dus na zo’n 45 minuten) is er sowieso een gevarenzone. Wanneer de baby niet in de volgende slaapcyclus komt zal dit de tijd zijn dat hij weer wakker wordt.
Wat kun je eraan doen?
Er zijn een paar manieren waarop je je baby kunt proberen te helpen. Door het inzetten van White Noise worden baby’s minder snel wakker op de overgang van de ene naar de andere cyclus. Dit komt o.a. door dat White Noise een dusdanige frequentie heeft dat de hersenen omgevingsgeluid uitschakelen en je baby hier dus niet zo snel wakker door wordt. Ook is White Noise een herkenbaar geluid voor je kindje, het klinkt hetzelfde als de ruis die hij in de baarmoeder hoorde. De eerste 3 maanden kan het ook heel effectief zijn om de kalmeringsreflex die de baby in de baarmoeder had ” aan te zetten”. Dit zijn de zogenaamde 5 ‘s en die de Amerikaans kinderarts Dr. Karp heeft ontwikkeld. White Noise is daar 1 van.
Ook kun je je kindje helpen inde volgende slaapcyclus of fase over te gaan. Dit doe je door vlak voor het moment dat hij normaal wakker wordt, naar hem toe te gaan. Je legt vervolgens je hand op zijn borst en wiegt hem rustig heen en weer. Zeker in combinatie met White Noise kan dit ervoor zorgen dat hij door pakt naar de volgende fase.
Voorbeeldritme bij Hazenslaapjes
Doet jou baby veel hazenslaapjes en vind je het lastig om een ritme te vinden dan kun je het volgende ritme als voorbeeldritme gebruiken:
- 07:00 Start van de dag. Wakker worden, voeding,spelen en/of knuffelen
- 08:00 Slapen (in bed lukt nu waarschijnlijk nog wel)
- 10:00 Voeding/Wakkertijd
- 11:10 Slaapje (evt. in de wandelwagen of draagzak)
- 11:30 Wakkertijd
- 12:30 Voeding (wanneer wakkertijd lang is geweest dan valt hij waarschijnlijk in slaap tijdens de voeding en dit is voor dit slaapje geen probleem)
- 12:45 Slapen (wanneer hij niet in bed wil, dan in draagzak of kinderwagen)
- 14:45 Wakkertijd (Spelen/Bij de rest van het gezin zijn)
- 15:00 Voeding
- 15:30 Nog steeds wakkertijd! (Spelen/ Knuffelen etc.)
- 16:00 Slapen
- 16:45 Wakkertijd
- 17:30 Voeding
- 17:55 Verschonen en inbakeren (hiermee voorkom je dat hij direct na de voeding in slaap valt)
- 18:00 Slapen (Plaats maakt niet zoveel uit)
- 18:35 Wakkertijd
- 19:05 Babymassage/ badje
- 19:30 Pyjama aan. Clustervoeding (iets meer laten drinken dan normaal)
- 19:55 Inbakeren en naar bed (denk aan bedtijdritueel!)
- 22:30 Dreamfeed (verschonen mag, hoeft niet)
Probeer je baby zo lang mogelijk te laten slapen. Wanneer hij echter nog komt voor een nachtvoeding dan is dat ook oké. Zeker de eerste 4 maanden.
Dit schema is echt bedoeld als voorbeeld, pas dit dus eventueel aan aan jullie eigen situatie. De volgende punten zijn wel heel belangrijk voor iedere baby:
- Bied iedere 2,5 tot 3 uur een voeding aan. Wanneer een baby overdag te weinig drinkt dan zal hij dit ’s nachts in gaan halen!
- Probeer tijd in te bouwen tussen drinken en slapen. Hiermee voorkom je dat drinken een afhankelijke slaapassociatie wordt en je kindje alleen nog maar in slaap valt na een fles
- Let goed op de slaapsignalen!!! Een oververmoeide baby wil je voorkomen.
De deur uitgaan bij hazenslaapjes
Schema’s en ritmes voor jonge baby’s helpen de basis te leggen voor gezonde slaapgewoonten, en routines helpen om de wereld een meer voorspelbare plek te maken voor een baby. Maar hoe doe je dat wanneer je baby steeds hazenslaapjes doet en jij het huis wel eens uit wil?
Het antwoord is simpel: doe je best en verlaat het huis wanneer dat nodig is. Kijk bijvoorbeeld wanneer je baby het beste slaapt en plan de boodschappen of een afspraak na dat slaapje. Kijk wat voor jullie het beste werkt. Misschien doet je baby zijn slaapjes ook wel gewoon in de draagzak of kinderwagen terwijl jij boodschappen doet. Je kunt balans vinden door te proberen de slaapjes het grootste deel van de tijd thuis te laten plaats vinden en de rest te doen wat moet worden gedaan en accepteren dat je kindje dan ergens anders slaapt dan thuis.
